Maar als er één wet van de geschiedenis zou bestaan, dan is het de wet van de vooruitgang. Want nog altijd is de opgaande lijn ononderbroken. Eerlijk: ik weet niet of alles straks nóg beter is. Misschien wel niet. Misschien moeten we in materieel opzicht inleveren: hele procenten koopkracht, delen van ons pensioen, onze spaarcenten. Maar wat ik wel weet is dat verdere materiële vooruitgang ons weinig goed kan doen. En dat er andere, mooiere wegen van vooruitgang in het verschiet liggen.
****
Op het eerste zicht klopt er iets niet: heeft de vooruitgang ook een verleden? Holt de vooruitgang niet steeds sneller naar een betere toekomst toe? Ongetwijfeld, al willen we het niet altijd goed beseffen. Toch hebben we het tegenwoordig zodanig goed dat we het in de toekomst niet wezenlijk beter zullen hebben. Tot die conclusie komt de jonge historicus Rutger Bregman in De geschiedenis van de vooruitgang.
Bregman start met een grote geschiedenis van de vooruitgang: "van steen naar geslepen steen in 3 miljard jaar, van geslepen steen naar gesmeed ijzer in 3 miljoen jaar, van gesmeed ijzer naar genoeg atoombommen om de wereld te vernietigen in 3000 jaar". Dat idee dat we vooruit gaan is er niet altijd geweest. De kleine geschiedenis van de vooruitgang begint namelijk niet 50.000 jaar geleden op de Afrikaanse savanne, samen met de mens, maar nauwelijks een paar honderd jaar geleden in West-Europa. Terwijl we gingen geloven in de vooruitgang is onze rijkdom immens toegenomen. Helaas wil dat niet zeggen dat we ook evenredig veel gelukkiger zijn geworden.
'Met mij gaat het goed, met ons gaat het slecht' vat de huidige Nederlandse mentaliteit goed samen. 'Er is een aanhoudend gevoel van crisis en onbehagen'. Dat crisisgevoel is vooral een zingevingsprobleem, denkt Bregman. Het komt erop aan een nieuw vooruitgangsgeloof uit te vinden. Daarvoor hebben we denkers nodig, en politici die zich minder als manager gedragen. De werkelijkheid is maakbaar, maar 'niet volgens de ideologische blauwdrukken van weleer'. Maar wat kunnen wij eraan doen? Vooral dromen, denken en hopen, 'want een generatie die niet wil dromen, die verliest het recht op een betere wereld.' De geschiedenis van de vooruitgang is alvast een uitstekende aanzet om na te denken en te dromen over de wereld van morgen.
Bregman start met een grote geschiedenis van de vooruitgang: "van steen naar geslepen steen in 3 miljard jaar, van geslepen steen naar gesmeed ijzer in 3 miljoen jaar, van gesmeed ijzer naar genoeg atoombommen om de wereld te vernietigen in 3000 jaar". Dat idee dat we vooruit gaan is er niet altijd geweest. De kleine geschiedenis van de vooruitgang begint namelijk niet 50.000 jaar geleden op de Afrikaanse savanne, samen met de mens, maar nauwelijks een paar honderd jaar geleden in West-Europa. Terwijl we gingen geloven in de vooruitgang is onze rijkdom immens toegenomen. Helaas wil dat niet zeggen dat we ook evenredig veel gelukkiger zijn geworden.
'Met mij gaat het goed, met ons gaat het slecht' vat de huidige Nederlandse mentaliteit goed samen. 'Er is een aanhoudend gevoel van crisis en onbehagen'. Dat crisisgevoel is vooral een zingevingsprobleem, denkt Bregman. Het komt erop aan een nieuw vooruitgangsgeloof uit te vinden. Daarvoor hebben we denkers nodig, en politici die zich minder als manager gedragen. De werkelijkheid is maakbaar, maar 'niet volgens de ideologische blauwdrukken van weleer'. Maar wat kunnen wij eraan doen? Vooral dromen, denken en hopen, 'want een generatie die niet wil dromen, die verliest het recht op een betere wereld.' De geschiedenis van de vooruitgang is alvast een uitstekende aanzet om na te denken en te dromen over de wereld van morgen.
De geschiedenis van de vooruitgang van Rutger Bregman verscheen bij De Bezige Bij in 2013.
413 blz, isbn 9789023477549
Geen opmerkingen:
Een reactie posten