Pagina's

5 juni 2008

Bavo Dhooge - interview

Ik hou van pulp


'Ik heb een voorliefde voor veelschrijvers en pulpartiesten,' vertrouwt Bavo Dhooge me toe. Wat het veelschrijven betreft doet hij zelf ook zijn best: zevenendertig boeken in nauwelijks zes jaar tijd vormen al een aardig oeuvre. Het schrijven van pulp daarentegen lukt minder goed. Pulpartiesten krijgen immers geen Schaduwprijs uitgereikt (SMAK, 2003), of vijf sterren in de VN Detective- en Thrillergids (Stand-In, 2007). De vraag is of iemand het anders zou willen. Bavo Dhooge beantwoordt bereidwillig onze vragen over zijn werk en leven, en hij doet dat snel én uitvoerig. Zoals een veelschrijver dat hoort te doen.


Tennis

"Ik heb vanaf mijn vijfde elke dag enige uren tegen een muur staan slaan, in de overtuiging dat ik op Wimbledon de finale stond te spelen, en tot mijn vijftiende ben ik nationaal en internationaal tornooien blijven spelen. Toen moest ik kiezen of ik naar de VTV-tennisschool zou gaan. Maar die stond pas in haar kinderschoenen en toen was dat een beslissende keuze voor het leven én een enorm risico. Bovendien ben ik altijd al een beetje een vreemde eend geweest in tennisland: een boek bovenhalen als je aan het wachten bent om aan te treden werd al vaak beschouwd als ‘fout’ of ‘hautain’. Toch blijf ik actief als speler, wellicht tot het einde van mijn dagen. Het is en blijft een verslaving en de mooiste sport die ik ken."

Broodschrijver

"Na mijn opleiding aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, optie Film & Televisie ben ik al snel scenario’s gaan schrijven, al ben ik officieel afgestudeerd als filmregisseur. Maar ik voel me beter in mijn vel als loner achter een laptop die zijn eigen ding doet. Na mijn opleiding ben ik aan de slag gegaan als copywriter in een reclamebureau/productiehuis waar ik de kracht van le mot juste heb leren waarderen. In de dooie uurtjes, tussen twee slogans door, ben ik begonnen aan een eerste boek, letterlijk op kosten van het bedrijf en letterlijk in het geniep. Ik blijf boeken schrijven het interessantst vinden, al zijn ze natuurlijk minder lucratief dan één scenario neerpennen. Copywriting is nog altijd mijn voornaamste bron van inkomsten: teksten voor websites, brochures, artikels, journalistiek werk, enz. Enkel recensies doe ik niet meer. Sinds mijn debuut als romanschrijver kon ik die twee dingen niet meer combineren, zowel wegens tijdsgebrek als wegens belangenvermenging. Je moet sommige schrijvers nog onder ogen durven komen (lacht)."

Film

"Ik heb eventjes met het idee gespeeld me weer wat meer in de filmwereld te gooien (Dhooges afstudeerfilm, de kortfilm Warmwatervissen, werd geselecteerd voor het Internationaal Filmfestival van Vlaanderen, red.). Eerst werd mijn roman Smile, die ik zelf bewerkte tot scenario, opgekocht door MENUET, producent van vele Vlaamse films waaronder Daens, Team Spirit en Terug naar Oosterdonk. We hebben toen een zeer enthousiaste Roberto Benigni aan de lijn gehad die het een fantastisch boek en scenario vond, maar verder is de samenwerking niet gegaan wegens zijn eigen filmplannen. Het project is ondertussen bewerkt tot een toneelstuk dat eind 2009 in première gaat, maar de film zit in de koelkast. Een tweede scenario is de bewerking van mijn boeken Speeltijd en Speelgoed, die twee jaar lang bij D&D Productions lag, maar ondertussen ook in de koelkast is beland. Het is ontzettend moeilijk een film uit de grond te stampen, vooral om budgettaire redenen. Daarom ben ik er maar zelf ingevlogen en heb ik vorige zomer mijn eigen film opgenomen. Je kan al een teaser bekijken op mijn website."

37 boeken

"In oktober 2008 verschijnt mijn zevenendertigste boek. De bedoeling was ooit om één boek te schrijven, dan wil je een trilogie, dan wil je een oeuvre, en nu heb ik als doel vijftig boeken. In het begin voelde ik me daar wel wat schuldig over, omdat ik door recensenten werd afgerekend op de kwantiteit en niet op de kwaliteit. Maar men vergeet doorgaans dat ik verschillende genres en verschillende leeftijden bespeel. Een thriller, een roman, een griezelboek voor tienjarigen, een prentenboek voor zevenjarigen, een jeugdthriller en een verhalenbundel: je zit al makkelijk aan een serieus aantal. Ik schrijf wel vrij snel. Ik kan daarin Anthony Horowitz volgen die zegt dat hoe sneller je schrijft, hoe vlotter de lezer leest. Het plannen, de plotting, de structuur vergen meestal veel meer moeite en denkwerk dan het werkelijk uitschrijven van het ding. In die zin ben ik zeker geen schrijver die drie uur nadenkt over één zin. Het moet vooruitgaan. Ik heb het gevoel dat ik volgend jaar trouwens nog in een hogere versnelling kan en moet gaan. Ik laat me soms nog te veel afleiden door andere zaken: een potje tennissen, muziek luisteren, films analyseren, vrouw en kind (lacht)."

37 S-titels

"De gimmick is puur toevallig gegroeid. Mijn eerste boek heette Spaghetti, mijn tweede had een andere titel tot de uitgeverij en ik er SMAK van maakten, en toen kwam de vraag van de VRT om een boek over de reeks Sedes & Belli te maken. Een trilogie, dachten recensenten en publiek. Maar niets was minder waar. Toen is me opgevallen dat je in een klein taalgebied als het onze best een gimmick of handelsmerk kan hebben. Ik heb dan het concept opgesteld 19 boeken met de letter S te laten beginnen, omdat S de 19de letter is van het alfabet, maar ik ben mijn eigen concept voorbijgesneld. Ik was eraan verslaafd en voor ik het wist stonden boek 20 en 21 al gepland bij mijn uitgeverijen, met goeie S-titels.
Ik vind een goeie titel verzinnen heel moeilijk, vandaar dat ik het mezelf wat makkelijker maak door enkel voor een S-woord te gaan, een letter die trouwens slaat op veel passende termen zoals ‘Suspens, spanning, surrealisme, science-fiction, spielerei, satire’, allemaal zaken waar ik me graag mee bezig hou. En ik kan de mensen ook wijsmaken dat ik ghostwriter ben geweest voor andere S-boeken zoals Slaap van Annelies Verbeke, dat eigenlijk door mij is geschreven (lacht), of Suiker van Hugo Claus."

Rode draad

"Hm, heel moeilijk om een rode draad in al die boeken te vinden, behalve misschien het plezier van het schrijven. Er zitten wel altijd een paar gemeenschappelijke dingen in zoals (zwarte) humor, zin voor relativering, escapisme, spanning, oor naar dialoog, surrealistische trekjes en een filmische stijl. Ik heb geen persoonlijke thema’s zoals veel schrijvers die vaak altijd hetzelfde perfecte boek proberen te schrijven. Er zijn wel een paar mensen die onderhuidse thema’s opmerken die ik zelf nooit had gezien, zoals de vader-zoonrelatie, de zin voor het absurde, de nutteloosheid van het bestaan."

Pulp

"Ik heb een voorliefde voor veelschrijvers en pulpartiesten. Ik heb ooit een paar artikels geschreven over Harry Stephen Keeler, een auteur van meer dan 80 SF-pulpboeken, die door de wereld werd aanzien als de Ed Wood van de literatuur: immens slechte boeken. Maar net als de films van Roger Corman en vele andere B-films word ik geraakt door het enthousiasme van die creatievelingen die zich niets aantrokken van andere meningen, en met weinig of geen middelen toch hun eigen ding deden en hun eigen, soms hilarische visie gaven."

Pat Somers

"B-films is ook vaak: spelen met het genre, pastiches, wat bijvoorbeeld de boeken rond Pat Somers vaak zijn. Ik blijf het jammer vinden dat sommige recensenten ondanks andere positieve meningen (SMAK kreeg de Schaduwprijs in 2003 en werd genomineerd voor de Diamanten Kogel, net als Strafschop, red.) dat niet doorhadden of wilden doorhebben. De humor, de vette knipoog, de uitvergrote stripachtige situaties, de over the top dialogen en oneliners: het hoorde allemaal bij het concept van de kleurrijke B-privé-detective, en mijn bescheiden poging om eens iets nieuws in de Vlaamse misdaadliteratuur te brengen. Niet voor niets dacht ik bij Pat Somers vaak aan de fratsen van Indiana Jones, die door Spielberg zelf is gebaseerd op dat type van B-held, in combinatie met situaties die danig uit de hand lopen als bij Monty Python of The Marx Brothers."

Wispelturig

"Ik denk dat ik het even gehad heb met Pat Somers, al krijg ik nog vaak mails binnen van lezers die me de vraag stellen of hij nog terugkomt. Vaak zijn het scholieren die de figuur wel cool vinden. Het is een feit dat de serie mij het meest heeft opgebracht, zowel wat lezers, geld als prijzen betreft. Maar ik werk niet graag als formuleschrijver. Chapeau voor Aspe, want ik zou het niet kunnen. Ik ben er te wispelturig voor. Het doel was om net als mijn grote voorbeeld Raymond Chandler met zijn zeven boeken rond de onsterfelijke Philip Marlowe, zeven Pat Somers verhalen te verzinnen. Vanaf het derde boek Spookbloem wilde ik de toon, de absurditeit, het verhaal nog waanzinniger en gekker maken dan daarvoor. Het ideaal was dat ik een Pat Somers zou schrijven à la Woody Allen of Monty Python. Maar dan bots je tegen mensen die een vingertje opsteken en menen dat humor en spanning niet hand in hand kunnen samengaan. Misschien is dat ook wel zo want ik heb Pat Somers nooit als een spannende serie, maar eerder als een komische serie beschouwd."

Stand-In

"Ik merk dat ik vaak teruggrijp naar dingen waar ik iets van afweet en film is er daar een van. Oorspronkelijk was het verhaal van Stand-In trouwens gesitueerd in een grijs fabriekslandschap in Vlaanderen. Een typisch verhaal over een driehoeksverhouding, maar de setting droeg weinig of niets bij en was zeer grijs en weinig kleurrijk. Door het verhaal te verplaatsen naar het L.A. van de jaren twintig-dertig, viel alles ineens heel mooi op zijn plaats: titel, sfeer, setting, thema, personage en verhaal. Dat maak je niet vaak mee. Ik weet nog dat ik echt opgetogen was over het idee om ook de setting en de historische achtergrond te laten meespelen. Je zou kunnen zeggen dat het levensverhaal van Jack Storm in Stand-In een samenvatting of samensmelting is van verschillende factoren en feiten uit die verschillende levens. Mensen die bij de opkomst van de geluidsfilm plots geen carrière meer hadden omdat ze een verschrikkelijke stem hadden, stotterden, een afschuwelijk accent hadden, geen dialogen konden onthouden, of gewoon dit alles tegelijkertijd. Aan de andere kant ook een wereld en periode waarin alles op film heel zedig werd gehouden terwijl het naast de filmset hollen was van de ene orgie naar de andere (lacht). De vaak triestige geschiedenis en non-fictiefeiten omtrent zulke acteurs gaven de personages heel wat meer diepgang."

Binnenkort in de boekhandel

- Straks werd ons geluk vermoord (SF-thriller, Kramat, juni 2008)
- Splinters (SF-jeugdthriller, Manteau, juni 2008)
- Spaceboy (SF-jeugdboek, Abimo, september 2008)
- Slangenvanger (Griezelboek, Abimo, januari 2009)
- Het Geheim van Antarctica, expeditie Larsen-C (Spannende avonturenroman voor de jeugd, Manteau, oktober 2008 - in samenwerking met Dixie Dansercoer, vandaar dus geen S-titel)
- Een SF-verhalenbundel (met 10 Vlaamse SF-schrijvers)

Links

- de site van Bavo Dhooge
- recensie Stand-In (2007)
- recensie Speeltijd (2007)
- recensie Spiegels (2007)
- recensie Showtime (2006)
- recensie Star (2005)
- recensie SMAK (2002)

Geen opmerkingen: