'Mijn Blauwschatje,' zegt Handan en springt op haar schoot. 'Mijn konijntje, wees niet verdrietig. Goed, ik bel Ome Cevdet wel. Maar dan vraag ik het werkelijke bedrag, niet meer. Kom, kleed je aan dan gaan we naar de Ulusmarkt. We kopen wat nieuwe kleertjes voor jou, daar vrolijk je van op. En ik eet wat van die dolma's bereid met olijfolie. Ik heb weer honger gekregen. Hebben we helemaal niets meer in de voorraadpot zitten? Geld voor de taxi en de dolma's? Laat ik eens kijken of er iets over is, geld dat het blauwkonijntje niet heeft opgemaakt.'
**
Een liefdesgeschiedenis als ondertitel is me al eerder zuur opgebroken, bedacht ik me toen het te laat was. Ik was op dat moment al tweehonderd pagina's ver in Twee meisjes van Perihan Magden. Het is vooral aap Isabelle uit Moord op de boodschappenjongens die me zover kreeg.
Twee meisjes gaat over twee meisjes (ha!) van een jaar of zestien in grootstad Istanbul. Het ene meisje, Behiye, een ietwat suïcidale kortgehaarde puber met gothic-neigingen, komt via een vriendin in contact met Handan, een barbiepopje met dienovereenkomstige aandacht van stoere en rijke jongens. Behiye bloeit open onder de aandacht van haar babypoezenmeisje Handan, blaast het contact met haar sullige vader, jammerende moeder en gewelddadige broer op, en trekt in bij Handan. Dat is niet volledig naar de zin van Leman, Handans moeder-op-de-dool, die ze aanspreekt als mijn Blauwschatje. Tussendoor wordt jongens de keel overgesneden, maar dat deel van het verhaal houdt niet zo veel in.
Het verhaal is niet onaardig. Er is een mooie climax in verweven. Het laat nog wat aan de verbeelding over, vooral als het over de moorden gaat. Maar aan de andere kant: als iemand ook nog maar één keer het woord babypoezenmeisje laat vallen, dan sta ik niet in voor de gevolgen. Volwassen praat hoef je van een verliefde tiener niet te verwachten, maar er is een grens aan de hoeveelheid geneuzel die je aan papier kan en mag toevertrouwen.
Twee meisjes gaat over twee meisjes (ha!) van een jaar of zestien in grootstad Istanbul. Het ene meisje, Behiye, een ietwat suïcidale kortgehaarde puber met gothic-neigingen, komt via een vriendin in contact met Handan, een barbiepopje met dienovereenkomstige aandacht van stoere en rijke jongens. Behiye bloeit open onder de aandacht van haar babypoezenmeisje Handan, blaast het contact met haar sullige vader, jammerende moeder en gewelddadige broer op, en trekt in bij Handan. Dat is niet volledig naar de zin van Leman, Handans moeder-op-de-dool, die ze aanspreekt als mijn Blauwschatje. Tussendoor wordt jongens de keel overgesneden, maar dat deel van het verhaal houdt niet zo veel in.
Het verhaal is niet onaardig. Er is een mooie climax in verweven. Het laat nog wat aan de verbeelding over, vooral als het over de moorden gaat. Maar aan de andere kant: als iemand ook nog maar één keer het woord babypoezenmeisje laat vallen, dan sta ik niet in voor de gevolgen. Volwassen praat hoef je van een verliefde tiener niet te verwachten, maar er is een grens aan de hoeveelheid geneuzel die je aan papier kan en mag toevertrouwen.
Twee meisjes van Perihan Magden - oorspronkelijke titel Iki Genç Kizin Romani - verscheen bij Athenaeum-Polak & Van Gennep in december 2010, vertaald uit het Turks door Hamide Dogan.
303 blz, isbn 9789025368173
Geen opmerkingen:
Een reactie posten